Alle zeg we zijn er bijna, in België. Dat landje waar ik normaal gezien leef uitgezonderd dan het laatste jaar. Maar eerst (!) een stop-over in Thailand. Dat was al ingepland voor ik vertrok in België en ’t past ook nog perfect in mijn budget dus toppie.
Na een vlucht van 9-10 uur, vanuit Sydney naar Thailand, kwam ik aan in de hoofdstad van het land genaamd Bangkok. De eerste indruk is zoals altijd de luchthaven. Tot nu toe de beste, meest moderne, grootste luchthaven die ik gezien heb in Zuid-Oost-Azië. Ja groter dan Kuala Lumpur in Maleisië. Dat zegt mijn oog toch.
Na aankomst in Bangkok moest ik eerst door de Douane natuurlijk en hopen dat ik een visum kreeg voor 30 dagen. Oh ik haat dat je altijd op het arrival-formulier moet invullen waar je verblijft. Dat weet ik toch niet?! ‘k moet nog mijn verblijf gaan zoeken pipo maar dat versta je blijkbaar niet. Maar ok dan schrijf ik de eerste straat op die ik ergens op een papier zie staan. Et voila, zo geklaard. Ik mag Thailand binnen.
The struggle to get to the guesthouse
Met de Airport Rail link reis ik naar de laatste stop op de route om zo dicht mogelijk bij het centrum te komen. Na aangekomen te zijn, spreek ik Nadine, een mede-backpackster, aan en vraag of we misschien een taxi kunnen delen. Check! 1 minuut later geraken we aan de praat met een koppel van Nieuw-Zeeland en zo zitten we plots met 4 in de taxi richting Khao San road. Dat is DE toeristische straat in Bangkok.
Eens aangekomen daar tjollen we wat rond om de guesthouse te vinden. Nadine had al een hostel geboekt dus besloot ik daar ook naartoe te gaan. Hoho, was dat een wandeltocht. Niemand maar dan ook niemand is hier goed met straatnamen. Dit komt omdat het wegennet en de straatnamen geen steek houden.
We hebben het wel 10 maal gevraagd met kaart en adres in de hand. Tot we uiteindelijk een politieagent aanspraken. Hij begon rond te bellen en via de radio hulp in te roepen. Toen dat geen resultaat opleverde, begon plots een meeting op straat met de politieagent en nog 5 andere mensen. Ze probeerden uit te zoeken waar onze hostel dan wel niet was. Tot plots een andere Thai het gesprek hoorde en ons toonde dat het gewoon aan de overkant van de straat 50 meter verder was. JA HALLO?!
De bedenking hierbij is dan: Hoe doen die hulpdiensten hier dan een interventie als ze de straten niet vinden? Het moet gezegd zijn: misschien zijn ze niet zo goed in oriëntatie, dat weet ik niet zeker, maar ze zijn enorm vriendelijk en behulpzaam.
Khao San Road
Iedereen daar spreekt je aan om een maatpak te kopen, naar hun bar te komen of een sexshow binnen te gaan. Haha die sexshows. Op straat duwen ze een geplastificeerd papier tegen je neus met daarop alle verschillende soorten shows dat je kan gaan bekijken. De meest gekende en degene dat ze allemaal op straat lopen te roepen is de pingpongshow. Ik ben nog niet geweest but I guess you can figure it out.
In die straat kan je ook fake ID’s en vele andere fake lidkaarten kopen. Voor deze foto heb ik wel even moeten lopen want de standhouder vond het precies niet zo plezant dat ik er een foto van nam. Dus geniet ervan.
De Tuk Tuk dag
The next morning, ben ik met Nadine het stad gaan verkennen. Altijd leuker om zoiets met twee te doen. Het eerste halfuur waren we te voet op weg naar enkele tempels.
(Bij de eerste tempel die we bezochten, hing dit buiten. Een hele hoop regels en verbodsborden die niets aan de verbeelding overlaten.)
(De eerste tempel die ik zie in Thailand. Lucky boeddha daar op de achtergrond in het groot.)
(Dit is een van de vele andere goden die ze aanbidden. Ik noem hem Mr. Backpacker. Bij hem heb ik toch even gebeden.)
Onderweg werden we wel 10 keer aangesproken door Taiwanezen. De eerste, net zoals een handvol anderen, wou ons in zijn Tuk Tuk krijgen voor maar 40 Baht. Dat leek ons wat verdacht maar na ook door andere mensen wat uitleg gekregen te hebben op straat spraken ze de waarheid. Iedereen vroeg ons bij het begin van het gesprek namelijk of we TV gezien hadden gisteren. “Uh ja voor 10 minuten en ‘t was Spartacus op TV, maar dat is waarschijnlijk niet wat je bedoeld he?”. Waarna ze ons een heel verhaal deden dat er protesten waren geweest en de overheid beslist had om de Tuk Tuk’s te controleren voor de hele dag. Wat erop neerkwam dat we de hele dag een Tuk Tuk konden ‘huren’ voor maar 20 baht in totaal, wat gelijk is aan een halve euro.
We konden dat batje echt niet mislopen en stapten in een Tuk Tuk om heel wat verschillende Boeddha’s en tempels te bezoeken. We hadden op het einde van de dag dan ook onze buik vol van tempels. Ik ben wel fan van hun kleurrijke religieuze oorden en goden. Het doet me meteen positief denken in tegenstelling tot de donkere christelijke kerken.
(Onze privé chauffeur voor de dag.)
(de eerste religieuze plaats die we bezochten was “Big Boeddha”. & big he was.)
(Dit zijn de begraafplaatsen / urnes voor de monniken die in het klooster rond Big Boeddha gediend hebben.)
(Boeddha Palace)
(Een hoop dezelfde goden maar die telkens door een andere culturele samenleving werd uitgebeeld.)
(Me playing god. Dit was de gemakkelijkste want ik heb ook eens met mijn benen gekruist over elkaar proberen zitten en nee, zo lenig ben ik totaal niet meer.)
(Let’s go up the golden mountain.)
(Een enorm aantal klokken, gongen en bellen stonden op de weg naar de top van de berg toe.)
(Uitzicht vanop de top.)
(De golden top + my finger.)
(Me playing the gong.)
Vandaag heb ik een rustdag ingelast en vanavond vertrek ik met de bus naar Chang Mai. Om, als alles goed gaat en de planning het toelaat, een tweedriedaagse trektocht door de jungle te doen. Dat staat heel hoog op mijn todo-lijst, so let’s go for it!